• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Logo

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Artikelen
  • Media
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Maar goed, een blog over maar goed

16 mei 2025 door Guusje Willemstein 3 Reacties

Paulien Cornelisse. Foto: Dirk Annemans. Bron: Wikimedia

‘Ik had eigenlijk eerder aan dit essay moeten beginnen, maar goed’. Elke student zal zo’n zin herkennen. Het begint als een soort schuldbekentenis, maar buigt daarna af naar ‘het is nou eenmaal zo’. Paulien Cornelisse dook voor haar boekenweekessay van dit jaar in allerlei van dit soort woordjes. Het gebruik van maar goed definieert ze als een ‘U-bocht’: iemand werpt een probleem op, maar met gebruik van maar goed wordt het probleem als onbelangrijk bestempeld.

Dat we niet uitgesproken raken over het Nederlandse maar zie je ook in dit artikel op Neerlandistiek van 29 april. Het artikel gaat over het gebruik maar, waar op het eerste gezicht helemaal geen tegenstelling lijkt te zijn. De tegenstelling ligt misschien wel verborgen in de inhoud of op een ander niveau dan in de letterlijke zin. De tegenstellingsbetekenis van maar is hier niet meteen voor iedereen duidelijk, en dat geldt voor maar goed misschien ook wel, maar… is misschien toch te vinden in de richting van het argument.

Voor mijn master Neerlandistiek aan de Universiteit Leiden onderzocht ik de sturende kracht van twee vormen van maar goed: achteraan de zin, zoals in de eerste zin van deze blog (en in het essay van Paulien Cornelisse) en vooraan de zin.

‘Ik denk daar anders over, maar goed.’

Deze vorm van maar goed zie je vaak terug in discussies. Je maakt je punt, maar sluit af met maar goed. Wat doe je dan eigenlijk met je argument? Dit soort woordjes komen veel voor in het Nederlands. Op een subtiele manier sturen ze de betekenis van de zin. De letterlijke betekenis van zo’n woord is moeilijk te vatten. De manier waarop je de zin stuurt, kunnen we dan ook niet direct afleiden uit de betekenissen van ‘maar’ of ‘goed’. Met maar goed aan het einde van de zin sluit je een gespreksonderwerp af, of zeg je in ieder geval iets van ‘ik wil het onderwerp laten rusten’. Je laat als het ware zien hoe jij je tot je eigen uitspraak verhoudt en wil dat je gesprekspartner dat ook begrijpt, de common ground. De U-bocht waar Cornelisse het over heeft wordt duidelijk. Als je de voorbeeldzin in een discussie gebruikt, stuurt het eerste deel aan op dat je jouw eigen mening kenbaar wil maken. Door de toevoeging van maar goed draait dat om: je wil juist niet jouw mening laten horen.

Misschien wil je niet te fel overkomen, of wil je geen verantwoordelijkheid nemen voor wat je zegt. Dit wordt ook wel conversational liability genoemd: we verzachten onze uitspraken om niet te hard afgerekend te worden op wat we zeggen. Al is maar goed daarvoor niet altijd even bruikbaar. Als je zegt: ‘Ik vind hem een enorme klootzak en ik wil hem nooit meer zien, maar goed’, dan kom je niet weg met ‘dat bedoelde ik niet!’ Maar tegelijkertijd heb je het wel mooi gezegd, dus daarmee geef je wel een (misschien strategisch?) signaal af.

Maar goed, we begonnen aan de reis.

Het vooropgeplaatste maar goed zie je vaak als je een uitstapje hebt gemaakt in een gesprek en je weer terug wil keren naar het oorspronkelijke verhaal. Dit noemen we een discourse structuring marker (DSM), een soort wegwijzer in een gesprek.

Mazeland & Huiskes zien het verloop van een gesprek als een reeks: O (het oorspronkelijke onderwerp), S (de zijsprong), R (de terugkeer naar het oorspronkelijke onderwerp via maar). Dus: O – S – R. Ik denk dat maar goed dezelfde werking heeft. Denk maar aan die vriend die midden in een verhaal over iets totaal anders begint en dan zegt: ‘Maar goed, waar was ik gebleven?’ Door het gebruik van maar goed pak je de oorspronkelijke draad weer op. (Ik ben die vriend.)

Met maar goed aan het einde van je zin laat je dus ook een tegenstelling zien, al zit dat niet in de letterlijke betekenis. Je stuurt een kant op met je argument en sluit af met maar goed, dat de andere kant op stuurt. Als je maar goed aan het begin van je zin plaatst, voel ik die tegenstelling minder duidelijk. Al zou je kunnen stellen dat de zin die volgt een tegenstelling uitdrukt met de zijsprong (S). Moet je je voorstellen dat je een van die tweedetaalleerders van het Nederlands bent, zoals in het essay van Paulien Cornelisse. Best ingewikkeld toch? Maar goed.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Jong, Uitgelicht Tags: partikels, taalbeheersing, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Marc Kregting zegt

    16 mei 2025 om 09:07

    Dus achteraan in een zin betekent ‘maar goed’ zoiets als ‘het zij zo’? Daartegen hoor ik Vlamingen volgens mij ook wel ‘maar soit’ zeggen.

    Beantwoorden
    • Jos Rombouts zegt

      18 juli 2025 om 14:54

      Klopt. Vaak, of misschien wel altijd, is ‘maar’ optioneel. Na een retotische vraag die je zelf stelt, kun je een korte pauze laten en dan zelf antwoorden met ‘soit’, om aan te geven dat het antwoord bij nader inzien niet hoeft.

      Beantwoorden
  2. Eddy Veen zegt

    18 mei 2025 om 03:10

    Dit soort woordjes komt veel voor.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Eddy VeenReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Openingszin van de week

Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.

De openingszin van deze week komt uit Dagen van glas (2023) van Eva Meijer. Het is een uitwerking van diens eerder verschenen novelle Haar vertrouwde gedaante (2021). Het boek vormt een collage van drie gezinsleden, moeder, vader en dochter, die zich alle drie niet echt thuis voelen. Hoewel de moeder de special van een filosofisch […]

➔ Lees meer
  • Facebook
  • YouTube

Thema's

#taalkunde
Ik zou dat niet pikken als ik jou was
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
“Taal kan iets doen met je moraal”
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Een koffietje doen
#letterkunde
Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.
Het besturen van een trekker is een daad van soevereiniteit.
Als schrijvers zichzelf voorlezen
Op de dag dat Minnie Panis voor de derde keer uit haar eigen leven verdween, stond de zon laag en de maan hoog aan de hemel.
Het was oud en nieuw, een uur na middernacht toen ik, een volwassen vent met een vaste baan en in een zelfgemaakt varkenspak aan de rand van een industriegebied in een sloot viel.
#recensie
De letteren op de planken
In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol
Yara’s Wedding: een voorstelling die je bijblijft.
Verlies, liefde en leegte: De mitsukoshi troostbaby company
Zee nu: Een dystopische roman over zeespiegelstijging
#taalbeheersing
De discussie over de vlees-/vega-/plantaardige burger/schijf/disk
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Taalverandering in Duckstad: van 1952 tot 2025
Maar goed, een blog over maar goed
#toekomstinterview
‘Wij willen mensen het donker laten beleven’
‘Voor kinderen is een kerk een magische plek’
‘Bekijk tijdens je studie al wat er allemaal mogelijk is, wacht niet tot iets moet.’
‘Ik geloof er toch echt in, dat je iets moet kiezen waar je blij van wordt.’
‘Geniet van wat het vak je brengt. De neerlandistiek kan je naar zoveel plaatsen brengen, zowel letterlijk als figuurlijk.’
#wijzijnneerlandici
Kwaliteit boven kwantiteit?
Literatuur, natuur, insecticiden en het internet
Jong Neerlandistiek in gesprek: studenten over de grens
#wijzijnneerlandici: Jacques Klöters
“Aan het begin van de studie sprak ik nog geen Nederlands. Na drie jaar schreef ik een scriptie in het Nederlands.”
#voordeklas
24 paar ogen, een glimlach en een gereedschapskist
De vlucht naar Engelse literatuur, waardevol of schadelijk?
Later word ik dokter! Of juf! Of allebei!
Literatuur voor alle leeftijden
De ezelsbruggetjes in ons grammaticaonderwijs; kunnen we zonder?

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d