De Expressieve Binominale Constructie onder de (contrastieve) loep
Iedereen heeft wel al eens een schat van een hond, een pracht van een huis of een beest van een wagen gehoord of geproduceerd. Taalkundigen zoals Elnora ten Wolde en Kristel Van Goethem hebben dergelijke uitdrukkingen in het Nederlands bestudeerd, maar verder (contrastief) onderzoek blijft nog beperkt. Deze blog verschijnt als samenvatting van een werkstuk dat ik schreef voor het vak “Constructiegrammatica” aan de UCLouvain (Louvain-la-Neuve, België), onder begeleiding van Prof. Kristel Van Goethem.
Er bestaan verschillende benamingen voor dit soort uitdrukkingen; we kiezen hier voor de benaming Expressieve Binominale Constructie (EBC) omdat het patroon twee substantieven met elkaar verbindt om een (positieve of negatieve) expressieve evaluatie uit te drukken. Binnen de Constructiegrammatica (bv. Verhagen, 2005) wordt deze uitdrukking als “semi-schematisch” beschouwd, want alleen van is verplicht en de andere componenten van de constructie zijn variabel. In wat volgt worden er ook andere Germaanse, Romaanse en Finoegrische talen besproken.
Op zoek naar de EBC een beest van een N
Om op deze uitdrukking te kunnen focussen, werd een beroep gedaan op het nlTenTen20 corpus op SketchEngine. De ingevoerde zoekopdracht was de volgende:
(1) [tag=”det.*”]? [lemma=”beest”] [lemma=”van”]
De eerste honderd relevante voorbeelden werden in de analyses betrokken.
De constructies uit de andere talen, namelijk het Engels, het Duits, het Noors (Germaanse talen), het Spaans (Romaanse taal) en het Fins (Finoegrische taal), werden met OpenSubtitles 2018 parallel – Dutch (ook op SketchEngine) verzameld. Niet meer dan 25 voorbeelden konden gevonden worden. De resultaten in de volgende bespreking zijn dus eerder verkennend.
Vorm van een beest van een N in het Nederlands
Binnen de Constructiegrammatica zou de EBC als volgt genoteerd kunnen worden in een schema:
(2) [een]Det1 [beest]N1 [van]Prep [een]Det2 [wagen]N2
Det1 = Eerste determinant, Det2 = Tweede determinant, Prep = Prepositie, N1 = Eerste nomen en N2 = Tweede nomen
Over het algemeen is er in het Nederlands een voorkeur om een te gebruiken in Det1-positie (78%) en Det2-positie (98%). N2 staat hier altijd in het enkelvoud (100%) en betreft ongelede woorden (81%). Hier zijn een paar voorbeelden:
(3) Een beest van een vent
(4) Een beest van een machine
Maar ook:
(5) Dit beest van een apparaat (met een aanwijzend voornaamwoord in Det1-positie)
(6) Een beest van een videokaart (met een geleed woord in N2-positie)
Deze voorbeelden tonen verder aan dat deze uitdrukking nogal productief is qua variatie in de N2-positie (zie voorbeelden 5 en 6).
In de volgende paragraaf wordt deze uitdrukking in de vijf andere talen beschouwd.
Vergelijking van een beest van een N tussen het Nederlands en de vijf andere talen
Er zijn via het gebruikte corpus heel weinig voorbeelden gevonden voor deze EBC in de andere talen. Toch kunnen ze al een eerste inzicht geven in de verhouding van het Nederlands tot de andere talen op dit vlak. Prototypische voorbeelden van deze uitdrukking die met het corpus opgehaald werden, zijn de volgende:
(7) Engels: a beast of a man ‘een beest van een man’
(8) Duits: eine große, wunderschöne Bestie von einem Wagen ‘een groot, mooi beest van een wagen’
(9) Noors: et utrolig vakkert beist av en bil ‘een ongelooflijk mooi beest van een wagen’
(10) Spaans: una bestia de coche ‘een beest van een wagen’
(11) Fins: peto mieheksi ‘een beest van een man’
Hier lijken de Germaanse talen (zie voorbeelden 7, 8 en 9) de meeste overeenkomsten te tonen met het Nederlands. De Det1-, Det2- alsook N2-posities worden ingevuld. De hier beschouwde Romaanse taal (zie voorbeeld 10) lijkt daarentegen iets verder te staan ten opzichte van de Germaanse talen, aangezien de Det2-positie leeg blijft. Ten slotte lijkt de hier beschouwde Finoegrische taal (zie voorbeeld 11) de minste overeenkomsten te vertonen met het Nederlands wat de EBC een beest van een N betreft. Het Fins maakt gebruik van een naamvalsysteem om zijn syntaxis uit te drukken. Er worden geen determinanten en (bijna) geen voorzetsels gebruikt. De Det1- en Det2-posities worden niet gevuld, terwijl de N2 wordt verbogen in het translatief.
Conclusie
In haar boek stelde Ten Wolde dat er EBC’s voorkomen in het Engels, Nederlands, Duits, Italiaans, Spaans en Frans. Met de hier gepresenteerde bevindingen over het specifieke patroon een beest van een N kunnen nu ook het Noors en het Fins aan dit rijtje worden toegevoegd. Verdere typologische studie naar dit taalkundige fenomeen zou bijzonder waardevol kunnen zijn. Hoe groter de typologische afstand tot het Nederlands, des te groter de verschillen? Dat blijft een open vraag, en een uitnodiging voor verder onderzoek voor iedereen die hierin geïnteresseerd is.
Om verder te lezen
ten Wolde, E. (2023). The English Binominal Noun Phrase: A Cognitive-Functional Approach. Cambridge University Press. https://doi.org/10.1017/9781108921893.
Van Goethem, K. (2023). Een pracht van een constructie vs. een prachtconstructie: Een vergelijkende corpusstudie van de syntactische en morfologische Expressieve Binominale Constructie. Nederlandse Taalkunde, 28(3), 325-349. https://doi.org/10.5117/NEDTAA2023.3.004.GOET.
Verhagen, A. (2005). Constructiegrammatica en ‘usage based’ taalkunde. Nederlandse Taalkunde, 10, 197-222.
Laat een reactie achter