Loop je door de straten van het Noord-Brabantse Cuijk en hoor je iemand zeggen: “Er hangt een schoer in de lucht,” dan is het tijd om een stapje bij te zetten. Deze uitdrukking betekent namelijk dat er een donkere, dreigende onweerslucht op komst is. De zin komt uit het Kleverlands dialect, dat in Cuijk en omgeving wordt gesproken.
Het dialect kent ook bijzondere woorden, zoals het opvallende werkwoord “moijeken”. Dit wordt gebruikt in een zin als: “Wa zitte dor nou wèr te moijeken?” Oftewel: wat ben je daar nu weer aan het rommelen? Het betekent dat je druk bezig bent met onbelangrijke, maar concrete klusjes.
Het Noord-Brabantse Land van Cuijk is een taal-schiereiland in het Brabants taalgebied. Een stukje Kleverlands dus. In Boxmeer heersten van de 16e eeuw tot aan de Franse tijd de Gelderse graven van den Bergh (van kasteel ‘s-Heerenberg) die het gebied in leen hadden van de hertogen van Brabant.
Ik vraag mij af of de zin “Er hangt een schoer in de lucht” letterlijk zo in Cuijk of Boxmeer te horen zou zijn. In mijn Berghse Kleverlands gaat die in elk geval zo: “D’r hink ’n schoe:r an de loch.”
Overigens is ‘schoer’ geen typisch Kleverlandse term. Dit dialectwoord is over heel Nederland verspreid (zoek op: https://ewnd.ivdnt.org/boeken/zoek_woorden)